In 1988 werd pater Karel alsnog zalig verklaard. Twéé zaken zorgden daarvoor.
Om te beginnen was er de kwestie Joseph Prendergast, een jongeman die met zijn motor op volle snelheid tegen een muur was aangereden en in coma lag. Zijn hersens waren onherstelbaar beschadigd. Tot ieders verbazing kwam hij na een noveen tot pater Karel plotseling bij uit coma en had enkele maanden later weer een IQ van 127, als voor het ongeluk.
Uiteindelijk overigens werd zijn genezing nooit erkend, omdat hij later een terugval kreeg en nu nog leeft met een vorm van hersenbeschadiging, die o.a. het spreken moeilijk maakt.
Ten tweede had de nieuwe paus, Johannes Paulus II besloten dat er voortaan nog maar één wonder nodig was voor een zaligverklaring.
Dat betekende dat in de loop van de jaren tachtig alsnog de wonderbare genezing van Octavia Spaetgens-Verheggen genoeg was voor de zaligverklaring van Pater Karel. Deze vond plaats op 16 oktober 1988, in de kathedraal van Roermond.
De weg naar de heiligverklaring
Na de zaligverklaring was er eigenlijk niemand die rekende op een heiligverklaring.
Om zalig en mogelijk heilig verklaard te kunnen worden moet de betreffende persoon uiteraard ‘heilig’ geleefd hebben. Anderen moeten dat ook onderkend hebben.
In het geval van Pater Karel was dit al meteen na zijn begrafenis door de overste van het klooster aan de familie gemeld: Niemand wenste voor zijn zielerust te bidden; integendeel, allen waren bezig zijn hulp in te roepen.
Het is waar, als we zeggen, dat de mening van het volk hem reeds heeft heilig verklaard. Dat moet echter formeel onderzocht worden. Een lange weg.