Dolf Dormans aan het woord

1999 - 2007

Toen ik weer thuis was en hier rond liep, kwam pater Van der Heijden, de postulator van pater Karel bij me en vroeg of ik bereid was mijn medisch dossier in het ziekenhuis op te vragen. Ik ben dat dossier in het ziekenhuis in Sittard gaan halen, want vanwege de privacy krijgt alleen de betrokkene het medisch dossier. Ik heb het aan pater Van der Heijden gegeven. Naderhand hebben we gehoord dat hij dat naar Rome heeft gestuurd.

Eerst moet de kerkelijke rechtbank van het bisdom waar het wonder gebeurd is, een uitspraak doen. Daarna moet het geheel, vertaald in het Italiaans, bij de nuntius worden afgegeven en die zorgt ervoor dat het bij de afdeling Heiligverklaringen komt.”

Pastoor wist voldoende en toen hij terugkwam heeft hij dat aan pater Van der Heijden verteld. De pastoor is meteen met de bisschop gaan praten en die zei hetzelfde: zoals die pater het gedaan had, was niet goed. Het moet voor de kerkelijke rechtbank komen. Die moet voor dat geval geïnstalleerd worden.

Nieuwe poging

“Dolf, wil je me nog eens je dossier in het ziekenhuis gaan halen?” Ik naar het ziekenhuis en kreeg van de afdeling archief alles wat er over mijn ziekte geschreven was en gedaan. Ik heb het naar pastoor gebracht en hij is er mee naar de bisschop gegaan. In Rolduc is de kerkelijke rechtbank geïnstalleerd. Eerst ben ik, toen mijn vrouw Mia, daarna mijn zus Mia, gehoord door de kerkelijke rechtbank.

En daarna de overige getuigen: broers, kinderen, dokters, verpleging, en noem maar op. Alleen van die ene dame hebben ze me in het ziekenhuis nooit een adres van gegeven. Niemand wist wie dat geweest kon zijn. 

Tijdens het verhoor zit je daar helemaal alleen. Er is een voorzitter en je moet de eed op de bijbel, de heilige schrift, afleggen. Er zit ook een advocaat van de duivel bij, die je onderbreekt en zo, je weet wel. Er zitten ook medici bij, en een notulist die alles opschrijft. Dokter Van Calster was de voorzitter.

De kerkelijke rechtbank van het bisdom

Wíj zijn naar Rolduc moeten gaan, maar de overigen hebben ze allemaal hier op de pastorie verhoord, ook de chirurgen van het ziekenhuis. De getuigenverklaringen werden allemaal opgeschreven en die moeten dan vertaald worden in het Italiaans. Dat wordt door de bisschop verzegeld. Als de kerkelijk rechtbank van het bisdom al uitspreekt dat het geen wonder is, dan wordt er verder niets meer gedaan. Dan krijg je bericht: Fijn, maar verder niks. Zo’n briefje dat het volgens hem een normale genezing was, had de postulator in Rome ons geschreven, maar dat heeft hij naderhand weer ingetrokken. Ze hebben de verklaringen naar Den Haag gebracht en een Italiaanse dokter heeft het van het Nederlands naar het Italiaans vertaald. Toen die klaar was met zijn vertaling, had de dokter erbij geschreven: Als dit geen wonder is, is er nooit een wonder gebeurd. Zo wisten ze genoeg. Deze man had het helemaal gevolgd.

Naar Utrecht

Toen is het naar Den Haag, naar de nuntius, gebracht. Vóór Utrecht is de auto waar ze inzaten, van achteren aangereden. Ze stonden stil in een file. Dat was tijdig aangegeven, maar iemand met een Mercedesbus heeft niet opgelet en dat niet gelezen en die is achterop hen gereden. Pater van der Heijden lag achter de bank, want hij had zich wat te rusten gelegd. Van Kalsteren reed, de pastoor zat naast hem.

Zij vlogen over de weg, van de weg af en de papieren achter in de auto fladderden door de lucht: de vertaling die ze naar de nuntius gingen brengen. Alles is bij elkaar geraapt en de pater kwam in het ziekenhuis terecht. De pastoor en Van Calster hadden alleen maar wat schaafwonden. De pater moest achterblijven in het ziekenhuis en zij zijn toen naar huis gekomen. Men heeft toen weer een nieuw exemplaar moeten maken.

Een boek van bijna 1000 bladzijden

Het is een boek van bijna 1000 bladzijden geworden. Dat is nu in Rome bij de afdeling Heiligverklaringen en die stuurt dat naar twee artsen. Ieder krijgt een exemplaar en zij weten niet van elkaar wie de ander is.

Ieder voor zich moet daar een oordeel over vellen. Zij hebben alletwee direct volmondig gezegd: dat is een wonder. ‘Vermeend wonder’ noemen ze dat. Men had er geen andere verklaring voor. Dan gaat het nog naar vijf artsen. Dat is ook heel goed gegaan. Men zei al dat het een jaar zou duren eer al die vijf er eens hun mening over zouden hebben gegeven. Het is allemaal heel, heel voorspoedig gegaan. Er hoefden er maar drie te zeggen dat het een medisch wonder was, maar ze hebben alle vijf hetzelfde gezegd: Het is een wonder, de genezing is medisch gezien niet te verklaren. Toen is het bij de theologencommissie of zoiets gekomen en die moeten dan verklaren of het een wonder is; zij bekijken het van de godsdienstige kant.

Die hebben het ook verklaard en nu ligt het bij de paus en die moet nu nog zijn handtekening zetten. En het college van kardinalen, dat is een afvaardiging in de trant van het college van wethouders. Zij moeten de paus bijstaan in die dingen. Maar die hebben maar zo’n drie keer per jaar zitting. Zij moeten een uitspraak doen en zich ermee verenigen. In andere gevallen moeten ze nog een uitspraak doen over de deugden en zo, maar bij pater Karel is dat allemaal al bij de zaligverklaring gebeurd. Niets staat de heiligverklaring nu nog in de weg, het is feitelijk alleen een kwestie van handtekeningen plaatsen. De paus moet zeggen: dan en dan heb ik tijd. De heiligen wil hij allemaal zelf in Rome heilig verklaren.

De zaligen gebeurt nu in de bisdommen. En dan moet de paus natuurlijk in zijn agenda kijken, maar nu heeft hij het druk met de moslims! Het zal dus wel wat tijd in beslag nemen, maar vanaf het begin is gezegd geworden dat het wel 2007 zal worden.

2007

Op 3 juni 2007 werd pater Karel Houben uit Munstergeleen heilig verklaard. Deze Nederlands/Ierse heilige trekt vele bedevaartgangers. Ieder van hen zoekt steun bij deze eenvoudige molenaarszoon die zich vooral inzette voor de allerarmsten.

Interview Dolf Dormans

Ga naar

bookarrow-leftarrow-right