Het proces van zaligverklaring

1922 - 1949

Eerste fase: Op 30 mei 1922 draagt de generale overste van de Passionisten de generale ‘postulator’ op stappen te zetten om het proces van de zaligverklaring in gang te zetten. Omdat hij in Nederland geboren is en het grootste deel in Ierland heeft geleefd, wordt zowel in Nederland als in Ierland een passionist tot ‘vicepostulator’ benoemd.

De molenaarswoning ingericht als kapel
De molenaarswoning ingericht als kapel

In Nederland waren dit achtereenvolgens P.Edmond de Grauw (1922-1951) en P. Xaverius Janssen (1951-1961), P. Leonardus Clumpkes (1961-1966), P.Joachim v.d. Heijden (1966-2007).

Het was hun taak om in de bisdommen Roermond en Dublin het proces te stimuleren. Dat deden zij door over de levenswandel en geschriften van Pater Karel te berichten.

Zoals de meeste ordes en congregaties hadden ook de Passionisten een tijdschrift. In 1922 was door hen het tijdschrift Golgotha opgericht. Vanaf het begin is daarin over Pater Karel geschreven, en werden gebedsverhoringen op voorspraak van Pater Karel vermeld.

Het apostolische proces

Het proces van zaligverklaring werd eerst ingeleid in het bisdom Roermond en Aartsbisdom Dublin, daarna werd het door Rome overgenomen.

Op 13 november 1935 start in Dublin het ‘apostolische proces’. Dit is de onderzoeksprocedure die uit naam van de paus in het plaatselijke bisdom wordt uitgevoerd. In het geval van Pater Karel vond dit zowel in Roermond als in Dublin plaats.

De stukken van die processen worden naar de Congregatie van de Riten in Rome gestuurd. Zij bestudeert de stukken, hierna beslist de paus of het proces voortgezet kan worden. Het wordt goedgekeurd.

In 1937 vraagt men om overplaatsing van zijn stoffelijk overschot naar de kerk. De congregatie krijgt geen toestemming. Pas in 1949 krijgt hij een nieuw graf.

Het oude graf
Het oude graf
Het nieuwe graf
Het nieuwe graf

Al in 1930 trokken veel pelgrims naar het geboortehuis in Munstergeleen om er verhoring van hun gebeden te verkrijgen.

De verering van pater Karel van Sint-Andries nam een zodanige vlucht dat de paters Passionisten in 1939 het noordelijke deel van het molencomplex kochten. Ze richtten in de molenaarswoning een kapel in.

Ga naar

bookarrow-leftarrow-right